maandag 9 mei 2011

Quiet Period

Easter term = Exam term. De alles of niets examens komen eraan en dat betekent: Stress! Want dan komt iedereen erachter, ongeacht hoe hard die de rest van het jaar gewerkt heeft, dat er altijd nog heel veel de doen is en dat de tijd tot de examens altijd te kort is. En een student in Cambridge denkt dat natuurlijk niet: ach, komt wel goed. 5.5 moet wel lukken. Nee, dat betekent, dat er hard gewerkt gaat worden. Heel hard.

Afgelopen week kreeg ik een brief in mijn postvakje met daarop de regels voor de 'quiet period' die op dat moment inging. Van nu af aan tot zo ongeveer eind juni staat Christ's in het teken van de examens en van hard studerende studenten. 's Avonds mag er buiten niet meer hard gepraat worden en ook overdag moet het zo rustig mogelijk blijven. Muziek aanhebben in je kamer mag alleen op een zodanig volume dat het buiten je kamer absoluut niet hoorbaar is. Er mag slechts 1 gast per persoon mee naar de bar worden genomen, groepen zijn niet meer welkom. Als de bar dicht gaat moet iedereen direct weg en mag niet in first court blijven staan praten. Mocht de bar toch overlast veroorzaken kan worden besloten dat deze de rest van het term niet meer opengaat.

Klinkt saai en dat is ook de bedoeling. Er moet nou eenmaal gestudeerd worden. Toch is het zeker niet vervelend bedoeld en ik had een beetje verwacht dat ook vanuit college de druk om te studeren zou worden opgevoerd, omdat het ook voor het college van belang is als mensen goede cijfers halen. Druk om hard te studeren is er genoeg. Vanuit docenten, mede-studenten, maar voornamelijk gewoon vanuit mensen zelf, omdat ze zelf graag goede cijfers willen halen. College doet z'n best om ons zowel te helpen als ook een beetje tegen onszelf te beschermen.

De studiefaciliteiten zijn verruimd. Naast de college bibliotheek zijn er ook een aantal andere ruimtes als studiezaal ingericht, zodat er genoeg ruimte voor iedereen is. Maar ze zorgen er ook voor dat er bij deze studieruimtes ook een ruimte in de buurt is waar mensen even pauze kunnen nemen, wat kunnen drinken en kunnen praten. Ik zit zelf meestal in de bibliotheek en daar komt iedere middag om 3 uur precies de bibliothecaresse de tafeltjes langsloopt en iedereen vertelt dat ze beneden limonade en koekjes voor ons heeft neergezet en ons aanmoedigt om even pauze te nemen.

Het zwembad, vorige zomer.
Ook stond in dezelfde brief waar de regels in stonden ook dat de openingstijden van de fellows garden werden verruimd, zodat we ook daar konden studeren of gewoon lekker van het zonnetje konden genieten. En daar is het inderdaad ook een prachtige plek voor. Komend weekend gaat ook het buitenzwembad van het college open en, hoewel het voorlopig nog wel koud zal zijn, worden we ook van harte aangeraden daar af en toe een duik in te nemen.
Trouwens ook wel prettig. Toeristen zijn ook niet meer welkom in college. Ook weer een irritatie minder. Hoewel ze nu wel vaak de poort blokkeren, doordat ze allemaal bij de ingang blijven staan en vanaf daar foto's nemen. Maar toch, het is een verbetering.

Het is dan dus misschien wel hard werken deze weken, maar ze doen hun best om het toch zo aangenaam mogelijk voor ons te maken. Ik had het zeker veel slechter kunnen treffen. Ik heb bijvoorbeeld verhalen gehoord over hoe exam term er slechts een paar jaar geleden aan toe ging in Christ's. Zo mocht er bijvoorbeeld helemaal niet gepraat worden buiten. De bar ging iedere avond al om 8 uur dicht in plaats van 11 uur. Er waren schijnbaar zelfs douches in bij de bibliotheek, zodat mensen niet daarvoor terug naar hun kamer hoefden en het wordt nog erger: mensen sliepen in de bieb en hadden daar slaapzakken voor liggen. De laatste zelfmoord van een student van Christ's was schijnbaar in 2006 en in de jaren daarvoor is dat vaker voorgekomen.

Met de komst van een nieuwe Senior Tutor drie jaar geleden is er flink wat veranderd en is de sfeer een stuk relaxter geworden. Relatief natuurlijk.
Buiten college merk je ook wel flink verschil. De clubs worden veel minder druk bezocht en een aantal speciale studentenavonden stoppen gewoon een paar weken, omdat ze nu toch niet rendabel zijn. De meeste sporten zijn ook gestopt. Dat vind ik dan wel weer een beetje raar, want het is juist wel lekker om af en toe te kunnen sporten als ze verder steeds aan het studeren bent. Toevallig is er precies 1 grote sport die wel gewoon doorgaat alsof er niks aan de hand is. Op een of andere manier lijken roeiers het namelijk juist weer helemaal niet nodig te vinden om zoveel mogelijk tijd vrij te maken om te studeren. Sterker nog, het aantal trainingen per week wordt juist alleen maar opgeschroefd. Zo traint het eerste vrouwenteam nu zo'n 7-8 keer in de week en de mannen krijgen het zelfs voor elkaar om het toch wel flink belachelijke aantal van 11 trainingen in een week te proppen. Volgens de filosofie dat ieder moment dat je niet studeert je wel kunt roeien.

Ik dacht het zelf iets rustiger aan te gaan doen in het tweede team, totdat bleek dat we eigenlijk net zoveel gingen trainen als dat ik vorig term ook al deed. Hoe leuk ik het ook vind, het mocht wat mij betreft nu voor de komende weken toch wel wat minder. Bij de mannen is er een jongen die minder wilde trainen uiteindelijk uit de ploeg gestapt, omdat er absoluut niet over minder trainen te praten viel. Bij ons is er uiteindelijk enigszins een compromis gevonden waar ik me in kan vinden. Maar goed, ik zit nu in een ploeg die een grote kans maakt om het een ander te gaan winnen en een paar keer te gaan bumpen. Dan ben je toch net wat eerder bereidt er wat meer tijd voor op te geven. En ach, het is ergens ook wel fijn natuurlijk om een excuus te hebben om niet te studeren en in plaats daarvan aan een soort actieve manier van zonnebaden doet. Totdat ik over een weekje of vijf werkelijk gewoon in het gras zonder zorgen van de zon kan genieten, vind ik dit wel een prima alternatief.

maandag 28 februari 2011

Wat de studie in Cambridge zo anders (en beter?) maakt

Ik wist natuurlijk toen ik hierheen ging dat in alle lijstjes Cambridge als een van de beste universiteiten ter wereld genoemd wordt. Dat dat ook juist een van de redenen was dat ik hier heen wilde lijkt me ook niet meer dan logisch. Maar het is toch best lastig om van te voren een beeld te vormen van waarom het dan zo goed is en waarin het verschilt van Nederlandse universiteiten. Inmiddels zit ik hier alweer een tijdje en denk ik dat ik nu wel een redelijk beeld kan schetsen van de aanpak van het onderwijs hier (het rechtenonderwijs dan, over andere vakken kan ik niet zoveel zeggen natuurlijk) en de verschillen daarin met Utrecht, maar ook het verschil in de mentaliteit van de studenten hier.

Sommige dingen die ik over mijn studie hier zeg zal ik al eerder gezegd hebben, maar het is wel zo handig voor een volledig beeld om dat niet weg te laten. Goed, wat ik hier doe en hoe het hier werkt: Ik volg hier drie vakken: Constitutional law (Engels staatsrecht), European law en Jurisprudence (rechtsfilosofie). Deze vakken duren het hele collegejaar en begin juni krijg je voor ieder vak één tentamen dat je cijfer bepaalt. Het jaar is verdeeld in drie terms van acht weken met tussendoor twee keer 5/6 weken vakantie. Het is niet echt bedoeld als echte vakantie alleen, de bedoeling dat je in die weken inhaalt wat je tijdens het term niet hebt kunnen doen. Het onderwijs bestaat uit lectures en supervisions.
Lectures zijn goed vergelijkbaar met hoorcolleges in Nederlands. Een grote zaal vol studenten en een docent die z'n verhaaltje verteld. Per vak meestal twee keer een uur per week. In opzet ongeveer hetzelfde zoals we gewend zijn dus, maar er is wel een groot verschil. In Utrecht zijn hoorcolleges vaak toch wel een beetje een sociaal gebeuren. Je komt voor een groot deel om van te voren en in de pauzes met je vrienden bij te kletsen en tijdens het college let je wel op en maak te wel aantekeningen, maar af en toe een grapje tussendoor is toch wel het minste om het vol te houden. Dat is hier wel ff anders. Colleges worden uiterst serieus genomen. Vrijwel iedereen heeft zijn laptop bij zich of anders echt een flinke stapel papier. Dat is nodig ook, want een groot deel van de studenten vindt het nodig om letterlijk ieder woord op te schrijven wat er gezegd wordt. Een enorm tikorkest dus waar ik in het begin wel flink zenuwachtig van werd. En eigenlijk nog steeds wel.

Naast lectures zijn er dus supervisions en die zijn echt niet te vergelijken met de werkcolleges in Nederlands. Per vak heb ik er eens in de twee weken een van een uur. We zitten hier met 3 of 4 studenten op de kamer van een docent in mijn college, of als mijn college geen specialist in het vak heeft in een ander college. Meestal zitten we dan gewoon op de bank in een werkkamer waar de muren niet meer zichtbaar zijn door de hoeveelheid boekenkasten, maar waar ook gewoon allerlei persoonlijke spullen staan. Supervisions is waar een van de belangrijkste verschillen met Nederlandse universiteiten zit. Je supervisors zijn degene die je het leeswerk opgeven en die je essays laten schrijven. Het werk dat je hebt voorbereid bespreek je dan, in dus bijna privéles-setting, met de docent en de andere studenten. Je krijgt de mogelijkheid om vragen te stellen en er is vaak veel ruimte voor discussies. Minder leuk is dat ze jou ook vragen stellen om te kijken hoe goed je voorbereid bent. Niet voorbereiden is dus niet echt een optie. Deze sessies zijn vaak wel heel verhelderend. Docenten hebben de tijd om precies verder uit te weiden over het deel dat je niet snapte en vaak geven ze ook aan wat belangrijk is voor het tentamen en hoe je een dergelijke tentamenvraag het beste kan aanpakken.

Al die essays die schrijft tellen trouwens niet. Alleen het examen aan het eind van het jaar is wat uiteindelijk je cijfer bepaalt. Het is allemaal bedoeld als oefening voor deze examens. Vanaf de eerste dag ben je daar in feite op gefocust. Dat levert wel een paar scheve dingen op alleen. Ten eerste is de manier waarop je een essay schrijft dat niet telt stiekem natuurlijk wel anders dan eentje die wel telt. Je moet natuurlijk wel iets fatsoenlijks in leveren of in ieder geval een serieuze poging hebben gedaan, anders kan je supervisor je het leven flink zuur maken. Maar het motiveert toch minder om echt te proberen iets goeds in te leveren. Aan de andere kant verbaasde me het in het begin ook heel erg wat ze dan precies van me verwachten qua essay schrijven. Bij mij is er bijvoorbeeld altijd flink hard op gehamerd dat je een goede bronvermelding moet hebben. Hoe langer de lijst voetnoten hoe beter. Flink rotwerkje meestal, maar goed, dat moet nou eenmaal, anders is het plagiaat. Hier was het eerste commentaar op m'n eerste essay: Don't use footnotes. Toen was ik wel even in shock. Op mijn vraag waarom zei m'n docent dat dat geen zin had, want dat kon je op je examen ook niet doen. Ok, duidelijk. Je schrijft geen qua vorm gezien publiceerbare artikelen, je schrijft antwoorden op examenvragen. Als je daarvoor stukken vrijwel letterlijk uit je boeken wil overnemen, mag best. Als je dat op je examen ook kan heb je gewoon goed geleerd. Nadeeltje is dan weer wel dat je het antwoord meestal niet zo in je boeken zult vinden. De vragen vereisen meestal toch wel iets meer denkwerk.

Dat je vanaf het begin al gefocust bent op je tentamen betekent trouwens niet dat je domweg dingen uit je hoofd leert of iets dergelijks. Ik zal hier uiteindelijk voor m'n tentamen (helaas) wel een stuk meer uit m'n hoofd moeten leren dan ik in Nederland gewend ben, omdat ik er geen jurisprudentie (uitspraken) bundel bij mag houden en dus heel veel uitspraken moet kennen. Maar er wordt juist heel veel aandacht besteed aan een kritische blik ontwikkelen. Je mag in een essay nooit alleen feiten en meningen van anderen uitleggen, je moet altijd beargumenteren waarom je het ergens zelf wel of niet mee eens bent. Als je rechtszaken bespreekt krijg je extra punten als je goed beargumenteerd waarom je dit een goede of slechte uitspraak vond. In Nederland vragen ze je nooit of je een uitspraak goed vond. Dit is nou eenmaal wat de rechters hebben gezegd, dus leer het maar. Ik vind het echt een verademing om dit soort dingen niet maar gewoon te hoeven accepteren hoe ze zijn, maar dat je juist wordt aangemoedigd om erover te discussiëren. Misschien dat het Engelse rechtssysteem zich ook iets meer voor dit soort discussies leent, omdat het recht voor een groot deel van de rechters zelf komt en minder vanuit wetboeken, maar alsnog vond ik dat er in Utrecht wel erg weinig ruimte voor een kritische blik was.

Maar naast een andere aanpak van het onderwijs is er nog een belangrijk verschil: de mensen. En vooral de mentaliteit van de mensen. Hier is geen zogenaamde zesjescultuur, alles behalve. Dat is waarschijnlijk geen verassing, maar het verschil is wel echt enorm. Iedereen gaat hier echt voor een zo hoog mogelijk cijfer en nog wel een groter verschil waarschijnlijk: werkt daar ook echt heel hard voor. De hoeveelheid werk is wel een stuk meer dan in Utrecht, maar terwijl daar veel mensen de avond voor het tentamen een keer het boek doorkijken, doet hier ook iedereen z'n best om echt alles te lezen. Ik werk hier zelf ook een stuk harder dan dat ik deed. Dat moet ook wel, zeker om alle essays op tijd af te krijgen. Maar het is bizar hoeveel mensen hier nooit hun kamer uitkomen omdat ze zitten te studeren of die juist echt altijd in de bieb zitten.

Ik denk dat mensen hier gemiddeld wel slimmer zijn dan aan Nederlandse universiteiten. Dat is ook wel logisch denk ik als je twee topuniversiteiten in het land hebt, dat alle slimme mensen dan daarheen gaan. Maar toch is gemiddeld gezien het verschil in intelligentie volgens mij ook weer niet zo heel groot. Voor een groot deel ligt het verschil er toch wel in dat mensen hier gewoon veel harder werken. Aan de ene kant vind ik die mentaliteit hier wel mooi. Je bereikt er uiteindelijk een stuk meer mee dan met altijd voor zesjes gaan natuurlijk. Ook het wel met je kop boven het maaiveld uit mogen steken kan ik wel waarderen. Maar in zekere zin vind ik het ook wel wat ver gaan. Er zijn wel heel veel mensen die constant in de stress zitten en schijnbaar ook wel aardig wat die overspannen raken. Het ergste heb ik nog niet gezien natuurlijk. Dat komt volgend term wanneer de examens zijn. Ik vermoed dat ik dan ook tot de conclusie ga komen dat één alles of niets examen iets is wat Utrecht maar beter niet kan overnemen.

donderdag 20 januari 2011

Begin van Lent term


Vandaag beginnen officieel de colleges weer. Mijne nog niet, want ik heb geen college op donderdag, dus voor is het begin van lent term eigenlijk morgen. Maar voor m'n gevoel is de kerstvakantie alweer een flinke tijd geleden.
Ik heb 4 weken lang heerlijk kunnen genieten van het rustige, stressloze leventje in Utrecht, totdat het tijd was om te vertrekken naar Frankrijk. Niet voor wintersport of een anderszins ontspannende vakantie. Nee, het was voor een heus trainingskamp. Het was tijd om weer te gaan roeien. En veel. En hard natuurlijk, maar dat is altijd wel het idee.

Ieder jaar vraagt de boat club haar roeiers eerder terug te komen van vakantie om te gaan trainen om goed aan het nieuwe term te beginnen, maar dit jaar werd het voor het eerst grootser aangepakt. De Cam heeft nog wel eens de neiging om te bevriezen in januari en zelfs al is ie ijsvrij dan zijn de verdere omstandigheden meestal ook niet ideaal. Vandaar dat we nu zouden afreizen naar een Frans meer, een kleine 100 km van Lyon, op zoek naar betere roei-omstandigheden.

Aangekomen in Frankrijk bleek het meer dat we tot onze beschikking hadden werkelijk prachtig te zijn. Wel even iets anders om opeens kilometers lang gewoon rechtdoor te kunnen roeien zonder rare bochten iedere paar honderd meter en zonder steeds hoeven te stoppen, omdat andere boten de boel ophouden. Sterker nog, ook al waren we meestal met 4 boten tegelijk op het water, als een andere boot helemaal aan de andere kant was, zag je die meestal niet eens. Begon je net jaloers te worden dat zij al zaten te lunchen, komen ze opeens weer langsvaren.

Qua roeien was het kamp heel goed geregeld en ook accommodatie en vervoer waren allemaal prima. Het was alleen een beetje jammer dat ze er wat minder over te hebben leken nagedacht dat je dan misschien wel veel aan het roeien bent, maar ook weer niet ieder moment van de dag en dat het 's avonds ook wel leuk is om iets te doen te hebben. We zaten nogal in de middle of nowhere, dus zelf uitgaan ging niet echt. Ze hebben ons twee avonden mee naar het stadje genomen, wat erg leuk was, maar we zaten er een week. De andere avonden bleken veel vooroordelen om Cambridge studenten toch wel weer te kloppen. Zo waren er altijd wel een aantal mensen aan het studeren. Vaak ook gewoon best wel veel. Of mensen zaten tijdens het eten al te klagen dat ze moe waren en vroeg naar bed wilden. Toch niet echt wat ja verwacht als je 40 studenten een week bij elkaar in een kamphuis zit.

Inmiddels ben ik alweer ruim een week terug in Cambridge en heeft mijn leven zoals dat er in Lent term uit gaat zien inmiddels redelijk vaste vormen aangenomen. (Voor de duidelijkheid trouwens, het jaar is verdeeld in drie terms: Michaelmas, Lent en Easter). Ik ben weer begonnen met het heerlijke studeren en het altijd leuke essays schrijven. Ik heb in Frankrijk blijkbaar toch enige indruk op de coaches gemaakt,
want ik ben voor het eerste team geselecteerd, waar ik heel blij om ben, want dat is toch wel het 'echte' team zeg maar die de eer van het college moet verdedigen. Aan de andere kant betekend dat dat ik de komende 8 weken 6 keer per week train en heel veel wedstrijden heb. De eerste wedstrijd heb ik zelfs al gehad gisteren en de volgende is zaterdag alweer, dus we gaan er meteen weer vol in.

Maar naast het studeren en het sporten wat weer begonnen is, was het ook wel fijn om terug te komen en m'n vrienden weer te zien natuurlijk. En om weer te beseffen dat gelukkig lang niet iedereen zo raar is, zoals dat op roeikamp af en toe leek. Er staan weer volop feestjes, etentjes en andere leuke dingen in de planning voor de komende weken en hoewel ik het druk ga hebben, weet ik zeker dat ik daar wel tijd voor vrij kan maken. Lent term wordt waarschijnlijk nog intensiever dan Michaelmas, maar ik heb er zin!

maandag 22 november 2010

Andere Colleges

Christ's College is veruit het beste en leukste college in Cambridge. Het heeft de beste locatie, het is niet te groot en niet te klein, de mensen zijn er zijn er leuk, de voorzieningen goed, de gebouwen mooi, de portiers zijn aardig... Maar het is vooral het beste college, omdat je eigen college nou eenmaal altijd het beste college is.

Toch zijn er ook nog 30 andere colleges. Ik kom niet zo vaak in andere colleges. Soms kom ik ergens in de bar of ik kom in een ander college vanwege een docent van me die daar een kamer heeft. Ik ken natuurlijk wel mensen van andere colleges en daar hoor je wel het een en ander van over hoe hun college is. Maar het meeste wat ik over andere colleges weet is gewoon op basis van hun reputatie. Over heel veel colleges weet ik ook vrijwel niets, maar dat zegt dan misschien ook wel weer iets. Het leek me in ieder geval leuk om van een aantal colleges waar ik wel iets over weet een beetje een beeld te geven.

King's College Chapel
De waarschijnlijk bekenste colleges zijn King's en Trinity. King's college is vooral heel bekend vanwege de King's College Chapel. Vrijwel standaard staat een foto hiervan op de voorkant van reisgidsen of bij andere toeristen informatie en het is waarschijnlijk het bekendste gebouw in de stad. En hij is ook echt heel mooi, net als dat de rest van King's ook echt prachtig is. Nadeel daarvan is wel, dat het college overspoeld wordt door toeristen. En ik zit hier sinds oktober, toch niet echt het toeristen seizoen. Ik ben benieuwd hoe het in mei is.
Naast dat er veel toeristen komen, hebben ze ook de pech dat de korste route van het centrum naar Sidgwick Site, waar veel faculteiten zijn, over hun college grounds gaat. Als je een college card heb, mag je alle colleges in, dus iedereen die naar de faculteit loopt, gaat door King's. Lijkt mij echt heel vervelend voor de studenten daar. Ik vind het al irritant als er drie toeristen door Christ's lopen. Het voelt toch een beetje alsof je misschien niet direct door je huis heen lopen, maar toch op z'n minst wel door je tuin. Maar goed, ze zullen er daar wel aan gewend zijn.

Trinity's Great Court
De andere heel bekende is Trinity. Dit is het grootste college met meer dan 1000 studenten (Christ's is een middenmoter met zo'n 500) en hun First Court is groter dan menig ander volledig college. Hoewel King's en Trinity buiten Cambridge allebei heel bekend zijn, is er binnen Cambridge een behoorlijk verschil in aanzien. Ze zijn dan namelijk wel allebei groot, mooi en rijk, academisch gezien springt King's er niet echt uit terwijl Trinity altijd wel bovenin de Tompkins Table staat. Christ's stond eerst ook altijd heel hoog in die ranking, alleen de afgelopen paar jaar is er ergens wat fout gegaan...

St. John's Bridge of Sighs
Waarschijnlijk het mooiste college van allemaal in St. Johns. Denk mooiste in de zin van meest Harry Potter achtige. Delen van het college hebben dan ook als decor gedient in de films. Los van de prachtige gebouwen is St. Johns niet erg geliefd echter. Zeker op Christ's zijn ze niet populair. Het is hier soort van traditie om een hekel te hebben aan St. Johns. Ik weet niet helemaal precies waar het vandaan komt, maar het heeft ermee te maken dat beide colleges dezelfde oprichtster hebben. Het zal vooral voortkomen uit jaloezie vanuit Christ's naar haar grote broer, omdat ze veel rijker zijn dan wij. Maar buiten Christ's zijn ze ook niet populair. Standaard uitdrukking als het om St. Johns gaat is I'd rather be at Oxford than at St. Johns. Dat zegt nogal wat natuurlijk.
St. John's


De colleges die ik tot nu toe heb besproken en nog een aantal anderen hebben allemaal mooie locaties in het centrum. Niet iedereen heeft zoveel geluk alleen. Voor veel colleges zal je toch op de fiets moeten stappen om het centrum te bereiken. Voor leden van centrum colleges is dat vaak moeilijk voor te stellen en wordt dit als een complete verschikking gezien. Zelfs ik als Nederlander die in Utrecht op 10 minuten doortrappen vanaf het centrum woont ben ook wel erg snel gewend geraakt aan het in 15 stappen thuis zijn na een clubavondje. Maar voor sommige mensen is dit dus anders, met als grootste nachtmerrie Girton dat met een afstand van 20 minuten fietsen niet eens meer binnen de gemeentegrenzen ligt, maar in een dorpje waar het college de naam dan ook maar van heeft overgenomen.

Ook een verschrikking, maar dan op een andere manier, moeten de all girl colleges zijn. Er zijn er drie: Newnham, Murray Edwards en Lucy Cavendish. Ik moet er niet aan denken om met alleen maar meiden opgescheept te zitten, maar blijkbaar hadden veel meiden die daar terecht zijn gekomen dat zelf ook niet. Als je je aanmeld voor Cambridge meld je je namelijk aan voor een bepaald college, maar als je daar wordt afgewezen kun je nog wel 'gepooled' worden en door een ander college alsnog worden aangenomen. De meidencolleges schijnen een relatief hoog percentage gepoolde kandidaten te hebben. Hoewel deze colleges dan misschien niet de allerleukste zijn, hebben de meiden wel een reputatie dat ze vrij sociaal naar andere colleges toe zijn. Dat ze vaak bij andere colleges langs gaan en meer vrienden buiten hun college maken. Ook als je in een minder leuk college zit kun je natuurlijk altijd nog een mooie tijd hebben hier.

woensdag 10 november 2010

Queens Ergs

5 weken geleden leek het nog oneindig ver weg, maar gisteravond was het dan toch opeens zo ver: onze eerste wedstrijd. Het was nog geen echte roeiwedstrijd. Een beetje als opwarmertje voor het echte werk hadden we een wedstrijd op ergometers (roeimachines zoals je die in sportscholen tegenkomt). Het idee was dat iedereen van een team van 8 personen een voor een 500 meter op een erg roeit, met steeds 20 seconden tijd om te wisselen, en het team dat het snelste is wint uiteraard. Dit klinkt misschien een beetje saai, en ik vond het ook niet erg bijzonder klinken toen ik er voor het eerst over hoorde, maar toen ging ik wat verder vragen en uitzoeken hoe dit in z'n werk ging.

Een aantal kernpunten uit antwoorden waren: heel veel geschreeuw, keiharde muziek, heel veel geschreeuw, heel veel adrenaline, zweterig en benauwd, je gaat helemaal dood en heel veel geschreeuw. Het werd toen eigenlijk alleen maar moeilijker om me er een voorstelling bij te maken, maar toen zag ik dit filmpje van vorig jaar en toen snapte ik wel ongeveer wat ze bedoelden.



Er is steeds maar een iemand van je crew bezig, dus de taak van de rest is vooral om diegene te motiveren harder te gaan. En om door te gaan. 500 meter lijkt kort namelijk (en dat is het natuurlijk ook), maar juist omdat het zo kort is moet je vanaf het begin echt al je kracht in de strijd gooien. Het idee is dat je na een minuut al echt flink kapot bent en dat je de laatste paar honderd meter vooral doorbijt en op wilskracht en adrenaline verder gaat.

Goed, leuk vooruitzicht. Maar we hadden er vertrouwen in. Onze coach heeft ons iedere training meer dan duidelijk gemaakt dat we echt supergoed zijn, ongelofelijk goed zelfs, sowieso het beste van alle beginners boten en waarschijnlijk ook nog wel beter dan heel veel ervaren roeiers en we gingen waarschijnlijk iedere race winnen waar we aan begonnen. We besloten dat ze waarschijnlijk niet helemaal objectief was en toch maar niet alles wat ze zei al te serieus te nemen.

Toen was dan werkelijk het moment daar. In onze Queens Ergs T-shirts stonden we met z'n allen flink zenuwachtig voor de ingang van de zaal te wachten totdat het onze beurt was. Christ's college was goed vertegenwoordigd in het publiek, dus we kregen al luid applaus voordat we uberhaubt iets gedaan hadden. Met 11 anderen tegelijk mocht ik dan als eerste op de ergometer plaatsnemen en mezelf helemaal kapottrappen terwijl m'n coach, de stuurvrouw en een paar ploeggenoten keihard in m'n oren stonden te schreeuwen. Maar het hielp, want ik had een betere tijd dan ik in de training ooit gehaald had.
En iedereen deed het beter dan ooit, waardoor we uiteindelijk 5e zijn geworden van alle damescrews (stuk of 35 1e divisie en ongeveer nog zoiets in de 2e).

Hoewel we het natuurlijk heel vet vonden dat we zo hoog in het klassement stonden, betekende dat ook dat we naar de finale gingen, en daar hadden we toch wat gemixte gevoelens over. Dat betekende namelijk dat we later op de avond nog een keer moesten en dat is niet echt leuk als je het gevoel hebt dat je in je eerste poging al echt alles gegeven hebt. Bijna iedereen was dan ook een stuk langzamer in de finale en de meesten hebben er niet echt een goed gevoel aan over gehouden. Maar gelukkig is onze coach nog steeds supertrots, of eigenlijk nog veel trotser dan ze al was en gelukkig was er alcohol na afloop, dus deze anti-climax hadden we weer vrij snel achter ons gelaten. Sowieso is het al snel weer tijd om vooruit te kijken, over anderhalve week is onze eerste echte race, op het water, in echte boten.

maandag 11 oktober 2010

Het normale leven begint

Nu mijn colleges zijn begonnen, ik mijn boeken serieus heb opengeslagen en ik eindelijk al mijn spullen heb uitgepakt, heb ik zowaar het punt bereikt waarop ik me niet meer een toerist voel hier, maar redelijk gesetteld ben als Cambridge student. Ik kijk dan wel nog steeds mijn ogen uit als een ander stukje van de stad weer nog mooier blijkt te zijn dan wat ik al kende, leer nog steeds heel veel nieuwe mensen kennen en blijf me verbazen over de tradities en gewoontes hier, maar toch, ik voel me al aardig thuis en ik heb het idee dat nu het 'normale' leven begonnen is.

Afgelopen vrijdag had ik mijn eerste college in Europees recht. De hoorcolleges hier zijn niet heel anders dan in Utrecht. Een professor die praat en een grote zaal vol studenten die luisteren. De colleges zijn hier wel korter, slechts 50 minuten, maar je hebt ze per vak wel meerdere keren per week. Ik heb ook het idee dat het hier meer mensen daadwerkelijk op komen dagen voor de colleges. Dat zou je ook wel verwachten gezien de vooroordelen over de studenten hier, maar van wat ik heb gehoord zullen deze aantallen (zoals Utrechtste rechtenstudenten gewend zijn) in de loop van de weken wel dalen. Voornamelijk bij de colleges die om 9 uur 's ochtends beginnen. We zullen zien.

Naast de hoorcolleges hebben we echter geen werkgroepen van 25 mensen zoals in Utrecht. We hebben hier supervisions met 1 professor en gemiddeld 3 studenten. Ik had vandaag de eerste voor jurisprudence (rechtsfilosofie) en ik maakte me toch wel een beetje zorgen, want je kan niet echt ontsnappen als je iets niet weet. Maar het viel mee gelukkig. Hij stelde ons niet echt directe vragen, maar liet ons meer een beetje meedenken. Nu was het ook de eerste van het jaar en hebben we nog geen hoorcolleges voor dit vak gehad, dus waarschijnlijk wordt het binnenkort wel lastiger.

Naast de colleges zijn ook de activiteiten van de verschillende societies begonnen. Ze hebben hier verenigingen voor werkelijk alles. Je kan alle denkbare sporten hier doen, ze hebben van alles op het gebied van theather en muziek en iedere studie heeft ook een eigen society. Verder hebben ze ze ook voor allerlei hobby's en thema's, van alles tot aan de Winnie de Pooh of de Pirate society.

Het leuke is wel dat vrijwel iedereen wel iets en vaak heel veel doet naast de studie via dit soort societies. Bijna iedereen die je spreekt doet wel een sport, zingt bij een koor of is bijvoorbeeld actief in de debatteer club. En vaak zijn dit niet dingen die je een avond in een week een uurtje doet. Bij de meeste dingen hier geldt als je het doet dan doe je het ook goed. Het koor van Christ's heeft bijvoorbeeld 3 repetities per week en zingt daarnaast bij de diensten in de kapel hier, debatteerwedstrijden kunnen regelmatig je hele weekend in beslag nemen en als je hier gaat sporten, dan wil je goed worden en winnen, dus dat betekent flink wat trainingen per week. Ook voor mij, want ik zit inmiddels in een van de twee beginners dames roeiteams van mijn college.

Ik had zelf voordat ik hierheen kwam al besloten dat ik wilde gaan roeien. Roeien is veruit de grootste sport hier en hoort echt bij de studentencultuur, daarnaast leek het me sowieso leuk om te proberen, dus hier was de perfekte kans. Na wat oefenen op de basistechniek heb ik afgelopen zaterdag voor het eerst in een 8+ geroeid en dat beviel goed en het ging ook al best goed gelukkig. De rivier de Cam is ook heel mooi en het is heel grappig om het eerste stuk alleen maar langs 'Boat Houses' van andere colleges te komen. Ieder college heeft zijn eigen roeiclub namelijk. Gisteren hebben we gehoord met wie we in een boot komen en onze postitie en blijkbaar deed ik iets goed, want ze hebben me op de plek gezet waar je geen andere roeier voor je hebt en dus het ritme moet aangeven. Ik weet alleen niet of dit zo handig is, want ze weten nog niet dat ik totaal geen conditie heb. Maar goed, die conditie zal toch hard aan gewerkt worden. We gaan 3 keer per week op het water trainen en 1 keer op de roeimachines.
Ik heb er nu nog zin in, maar ik gok dat het binnenkort niet zo grappig meer is.

woensdag 6 oktober 2010

Matriculation

Een member of college ben je niet direct op de dag dat je hier aankomt of de dag dat je studie begint. Het is een bijzondere gebeurtenis om officieel lid te worden van je college, want je zult het blijven voor de rest van je leven. Cambridge zou Cambrdige dus niet zijn als een gebeurtenis als deze niet gepaard ging met de nodige tradities. Cambridge zou ook lang niet zo leuk zijn als gebeurtenissen als deze niet gepaard gingen met de nodige tradities.

Matriculation is hoe ze het officieel lid worden hier noemen. Dat komt van het latijnse woord voor de rol waar je hier vroeger je naam op moest schrijven en dan was je lid. Zo is ons verteld.

Het meest opvallende aan matriculation in de kleding die je draagt. Je draagt hier namelijk de traditionele gown. Een soort zwart gewaad wat je hier als student of, in een andere versie, als professor hier bij officiele gelegenheden hoort te dragen. Daaronder draag je als man een pak en als vrouw een witte blouse met zwarte rok (die niet te kort mag zijn uiteraard).

Alle eerstejaars, uitwisselingsstudenten (dat zijn er maar een paar) en masterstudenten die hun eerdere studie ergens anders hebben gedaan gaan in deze outfit met z'n allen op de foto. Dat zijn flink wat mensen op een foto, dus voordat iedereen netjes uitgelijnd en op alfabetische volgorde staat is het flink wat gedoe. Maar dan heb je ook wat.



Alle namen komen bij de foto in het register zodat alle leden terugtevinden zijn. Ik neem wel aan dat de foto die wordt bewaard een wat hogere resolutie heeft, want hier kan je vrij weinig mee natuurlijk.

's Avonds was er dan het Matriculation Dinner. Het diner waarvan mij verteld werd dat het het beste eten zou zijn wat ik hier in mijn tijd bij het college zou krijgen. Het was dan ook erg goed met dingen als zalm en eend en volop wijn. En het was in Formal Hall, de prachtige 16e eeuwse eetzaal die we hier in Christ's hebben. Dat was al een hele ervaring op zich natuurlijk.

Als laatste onderdeel van Matriculation was er dan nog het tekenen van het matriculation register. Je kreeg een formulier waarop je je gegevens moet controleren en nog wat dingen moest invullen. Onderaan moest je je geboortedatum invullen. Daarnaast was een kopje met datum van overlijden. Dit mochten we nog openlaten. Ik heb het formulier ondertekend en ben nu dus officieel en voor de rest van mijn leven lid van Christ's College.