maandag 28 februari 2011

Wat de studie in Cambridge zo anders (en beter?) maakt

Ik wist natuurlijk toen ik hierheen ging dat in alle lijstjes Cambridge als een van de beste universiteiten ter wereld genoemd wordt. Dat dat ook juist een van de redenen was dat ik hier heen wilde lijkt me ook niet meer dan logisch. Maar het is toch best lastig om van te voren een beeld te vormen van waarom het dan zo goed is en waarin het verschilt van Nederlandse universiteiten. Inmiddels zit ik hier alweer een tijdje en denk ik dat ik nu wel een redelijk beeld kan schetsen van de aanpak van het onderwijs hier (het rechtenonderwijs dan, over andere vakken kan ik niet zoveel zeggen natuurlijk) en de verschillen daarin met Utrecht, maar ook het verschil in de mentaliteit van de studenten hier.

Sommige dingen die ik over mijn studie hier zeg zal ik al eerder gezegd hebben, maar het is wel zo handig voor een volledig beeld om dat niet weg te laten. Goed, wat ik hier doe en hoe het hier werkt: Ik volg hier drie vakken: Constitutional law (Engels staatsrecht), European law en Jurisprudence (rechtsfilosofie). Deze vakken duren het hele collegejaar en begin juni krijg je voor ieder vak één tentamen dat je cijfer bepaalt. Het jaar is verdeeld in drie terms van acht weken met tussendoor twee keer 5/6 weken vakantie. Het is niet echt bedoeld als echte vakantie alleen, de bedoeling dat je in die weken inhaalt wat je tijdens het term niet hebt kunnen doen. Het onderwijs bestaat uit lectures en supervisions.
Lectures zijn goed vergelijkbaar met hoorcolleges in Nederlands. Een grote zaal vol studenten en een docent die z'n verhaaltje verteld. Per vak meestal twee keer een uur per week. In opzet ongeveer hetzelfde zoals we gewend zijn dus, maar er is wel een groot verschil. In Utrecht zijn hoorcolleges vaak toch wel een beetje een sociaal gebeuren. Je komt voor een groot deel om van te voren en in de pauzes met je vrienden bij te kletsen en tijdens het college let je wel op en maak te wel aantekeningen, maar af en toe een grapje tussendoor is toch wel het minste om het vol te houden. Dat is hier wel ff anders. Colleges worden uiterst serieus genomen. Vrijwel iedereen heeft zijn laptop bij zich of anders echt een flinke stapel papier. Dat is nodig ook, want een groot deel van de studenten vindt het nodig om letterlijk ieder woord op te schrijven wat er gezegd wordt. Een enorm tikorkest dus waar ik in het begin wel flink zenuwachtig van werd. En eigenlijk nog steeds wel.

Naast lectures zijn er dus supervisions en die zijn echt niet te vergelijken met de werkcolleges in Nederlands. Per vak heb ik er eens in de twee weken een van een uur. We zitten hier met 3 of 4 studenten op de kamer van een docent in mijn college, of als mijn college geen specialist in het vak heeft in een ander college. Meestal zitten we dan gewoon op de bank in een werkkamer waar de muren niet meer zichtbaar zijn door de hoeveelheid boekenkasten, maar waar ook gewoon allerlei persoonlijke spullen staan. Supervisions is waar een van de belangrijkste verschillen met Nederlandse universiteiten zit. Je supervisors zijn degene die je het leeswerk opgeven en die je essays laten schrijven. Het werk dat je hebt voorbereid bespreek je dan, in dus bijna privéles-setting, met de docent en de andere studenten. Je krijgt de mogelijkheid om vragen te stellen en er is vaak veel ruimte voor discussies. Minder leuk is dat ze jou ook vragen stellen om te kijken hoe goed je voorbereid bent. Niet voorbereiden is dus niet echt een optie. Deze sessies zijn vaak wel heel verhelderend. Docenten hebben de tijd om precies verder uit te weiden over het deel dat je niet snapte en vaak geven ze ook aan wat belangrijk is voor het tentamen en hoe je een dergelijke tentamenvraag het beste kan aanpakken.

Al die essays die schrijft tellen trouwens niet. Alleen het examen aan het eind van het jaar is wat uiteindelijk je cijfer bepaalt. Het is allemaal bedoeld als oefening voor deze examens. Vanaf de eerste dag ben je daar in feite op gefocust. Dat levert wel een paar scheve dingen op alleen. Ten eerste is de manier waarop je een essay schrijft dat niet telt stiekem natuurlijk wel anders dan eentje die wel telt. Je moet natuurlijk wel iets fatsoenlijks in leveren of in ieder geval een serieuze poging hebben gedaan, anders kan je supervisor je het leven flink zuur maken. Maar het motiveert toch minder om echt te proberen iets goeds in te leveren. Aan de andere kant verbaasde me het in het begin ook heel erg wat ze dan precies van me verwachten qua essay schrijven. Bij mij is er bijvoorbeeld altijd flink hard op gehamerd dat je een goede bronvermelding moet hebben. Hoe langer de lijst voetnoten hoe beter. Flink rotwerkje meestal, maar goed, dat moet nou eenmaal, anders is het plagiaat. Hier was het eerste commentaar op m'n eerste essay: Don't use footnotes. Toen was ik wel even in shock. Op mijn vraag waarom zei m'n docent dat dat geen zin had, want dat kon je op je examen ook niet doen. Ok, duidelijk. Je schrijft geen qua vorm gezien publiceerbare artikelen, je schrijft antwoorden op examenvragen. Als je daarvoor stukken vrijwel letterlijk uit je boeken wil overnemen, mag best. Als je dat op je examen ook kan heb je gewoon goed geleerd. Nadeeltje is dan weer wel dat je het antwoord meestal niet zo in je boeken zult vinden. De vragen vereisen meestal toch wel iets meer denkwerk.

Dat je vanaf het begin al gefocust bent op je tentamen betekent trouwens niet dat je domweg dingen uit je hoofd leert of iets dergelijks. Ik zal hier uiteindelijk voor m'n tentamen (helaas) wel een stuk meer uit m'n hoofd moeten leren dan ik in Nederland gewend ben, omdat ik er geen jurisprudentie (uitspraken) bundel bij mag houden en dus heel veel uitspraken moet kennen. Maar er wordt juist heel veel aandacht besteed aan een kritische blik ontwikkelen. Je mag in een essay nooit alleen feiten en meningen van anderen uitleggen, je moet altijd beargumenteren waarom je het ergens zelf wel of niet mee eens bent. Als je rechtszaken bespreekt krijg je extra punten als je goed beargumenteerd waarom je dit een goede of slechte uitspraak vond. In Nederland vragen ze je nooit of je een uitspraak goed vond. Dit is nou eenmaal wat de rechters hebben gezegd, dus leer het maar. Ik vind het echt een verademing om dit soort dingen niet maar gewoon te hoeven accepteren hoe ze zijn, maar dat je juist wordt aangemoedigd om erover te discussiëren. Misschien dat het Engelse rechtssysteem zich ook iets meer voor dit soort discussies leent, omdat het recht voor een groot deel van de rechters zelf komt en minder vanuit wetboeken, maar alsnog vond ik dat er in Utrecht wel erg weinig ruimte voor een kritische blik was.

Maar naast een andere aanpak van het onderwijs is er nog een belangrijk verschil: de mensen. En vooral de mentaliteit van de mensen. Hier is geen zogenaamde zesjescultuur, alles behalve. Dat is waarschijnlijk geen verassing, maar het verschil is wel echt enorm. Iedereen gaat hier echt voor een zo hoog mogelijk cijfer en nog wel een groter verschil waarschijnlijk: werkt daar ook echt heel hard voor. De hoeveelheid werk is wel een stuk meer dan in Utrecht, maar terwijl daar veel mensen de avond voor het tentamen een keer het boek doorkijken, doet hier ook iedereen z'n best om echt alles te lezen. Ik werk hier zelf ook een stuk harder dan dat ik deed. Dat moet ook wel, zeker om alle essays op tijd af te krijgen. Maar het is bizar hoeveel mensen hier nooit hun kamer uitkomen omdat ze zitten te studeren of die juist echt altijd in de bieb zitten.

Ik denk dat mensen hier gemiddeld wel slimmer zijn dan aan Nederlandse universiteiten. Dat is ook wel logisch denk ik als je twee topuniversiteiten in het land hebt, dat alle slimme mensen dan daarheen gaan. Maar toch is gemiddeld gezien het verschil in intelligentie volgens mij ook weer niet zo heel groot. Voor een groot deel ligt het verschil er toch wel in dat mensen hier gewoon veel harder werken. Aan de ene kant vind ik die mentaliteit hier wel mooi. Je bereikt er uiteindelijk een stuk meer mee dan met altijd voor zesjes gaan natuurlijk. Ook het wel met je kop boven het maaiveld uit mogen steken kan ik wel waarderen. Maar in zekere zin vind ik het ook wel wat ver gaan. Er zijn wel heel veel mensen die constant in de stress zitten en schijnbaar ook wel aardig wat die overspannen raken. Het ergste heb ik nog niet gezien natuurlijk. Dat komt volgend term wanneer de examens zijn. Ik vermoed dat ik dan ook tot de conclusie ga komen dat één alles of niets examen iets is wat Utrecht maar beter niet kan overnemen.